In de afgelopen week mocht ik opnieuw verschillende bedrijven en organisaties inspireren met mijn gastvrijheidsverhaal. Bedrijven en organisaties zijn in essentie natuurlijk ook gastgevers. Klanten, gasten, cliënten, opdrachtgevers en patiënten willen zich allemaal thuis voelen bij een bedrijf, organisatie of instelling. Hospitality is daarom van en voor iedereen. Het verhaal over gastvrijheid is mijn passie. Ja, ik ben eigenlijk het liefst een verhalenverteller over de kracht van aardigheid. Dat klinkt natuurlijk erg soft, want aardigheid is niet het meest geprezen metier in een bedrijf. Het is ook geen populair vak in eender welke managementopleiding. Het vak ‘aardigheid’ kwam zelfs niet voor in het curriculum van mijn Hogere Hotelschool opleiding in Brussel of New York.
“Bedrijven en organisaties zijn in essentie natuurlijk ook gastgevers.”
Toch begint gastvrijheid met aardigheid. Het woord aardigheid heeft iets natuurlijks, menselijks. Misschien dat ik daarom het woord ‘aarde’ erin herken. In ‘kindness’ zie ik het woord ‘kind’ en dat zegt misschien ook alles over het meest menselijke in ons. Kinderen zijn tenslotte perfect geboren en zijn van origine ‘aardig’. Gastvrijheid is de aardigheid om andere mensen -van harte en oprecht- uit te nodigen om in jouw vertrouwde omgeving zich meer dan thuis te voelen.
“Kinderen zijn tenslotte perfect geboren en zijn van origine ‘aardig’.”
Hartelijk Welkom is de samenvatting van die oprechtheid, die van harte is. Het willen wegnemen van het vreemdelingengevoel dat een onbekende gast, klant, collega of burger voelt in een onbekende omgeving en/of situatie is de essentie van gastvrijheid. De oorsprong van gastvrijheid is daarom de ‘Liefde voor de Vreemdeling’. Dat klinkt nogal filosofisch, maar het is de keiharde werkelijkheid over gastvrijheid. Zodra je de voordeur openzet voor een ander en diegene zich vrij snel thuis voelt, dan ben je gastvrij. In mijn derde boek heb ik deze mensen betiteld als “Gastgevers in Geluk”.
“Dat klinkt nogal filosofisch, maar het is de keiharde werkelijkheid over gastvrijheid.”
Een hotel heeft daarom ook geen bel bij de voordeur en gasten wordt nooit gevraagd om aan te bellen. Ik denk dat hotelgasten het vrij gestoord zouden vinden om eerst aan te bellen. Daarom vraagt gastgeverschap een ‘open deur’ en daarom zeker een ‘open mind’. In onze huidige samenleving zien we steeds meer gesloten deuren, grenzen en gedachten. Angst wint het steeds vaker van de moed om een onbekende toe te laten en zich lekker thuis te voelen. Gastvrijheid is voor de moedigen die onbevooroordeeld zich openstellen om andere mensen tot gast te nemen. Moed en kwetsbaarheid zijn de twee pijlers onder gastvrij gedrag en een gastvrije houding & cultuur. Gastvrijheid komt zeker niet vanzelf en is dus zeker niets voor softies.