Minister van Gastvrijheid

5 februari 2025
Gastvrijheid speerpunt of bijzaak van beleid?
Stel je een Nederland voor waarin gastvrijheid niet slechts een bijzaak is, maar een speerpunt van beleid. Waar verbinding, aandacht en menselijkheid niet alleen gekoesterd worden in de horeca of het toerisme, maar in de haarvaten van onze samenleving stromen. Waar we in plaats van efficiency alleen ook warmte optimaliseren, niet alleen economische groei meten, maar ook de groei van vertrouwen tussen mensen.
Wat als we een Minister van Gastvrijheid hadden?
Een bewindspersoon die zich niet richt op de structuren en systemen van ons land, maar op de harten en hoofden van de mensen. Iemand die zich inzet voor de ontwikkeling van zachte vaardigheden, niet als luxe, maar als essentiële bouwstenen van een gezonde samenleving. Want laten we eerlijk zijn: we investeren miljarden in technologie, infrastructuur en digitalisering, maar hoe zit het met de menselijke infrastructuur? Wie waakt er over onze gastvrijheid, onze sociale warmte, onze manier van samenleven in een steeds kouder wordende, kunstmatige wereld?
Gastvrijheid als fundament van vooruitgang
We spreken vaak over economische groei, over innovatie en over concurrentievoordelen. Maar waar is de aandacht voor de fundamentele kracht die ons samenhoudt? Gastvrijheid is de lijm van onze samenleving. Het is wat zorgt voor openheid in plaats van polarisatie, vertrouwen in plaats van wantrouwen, samenwerking in plaats van fragmentatie. En precies daarom is een Minister van Gastvrijheid geen frivole gedachte, maar een dringende noodzaak.
Deze minister zou zich niet alleen bemoeien met toerisme of service-industrieën. Nee, deze minister zou zich inzetten voor gastvrijheid in brede zin: hoe we elkaar begroeten in de zorg, hoe we studenten ontvangen in het onderwijs, hoe we burgers helpen bij overheidsloketten, hoe we collega’s welkom heten op het werk. Niet alleen een warm welkom voor toeristen, maar voor iedereen die deel uitmaakt van deze samenleving.
De noodzaak van een tegenbeweging
In een wereld waarin alles steeds meer geautomatiseerd, gerationaliseerd en gedigitaliseerd wordt, dreigt het menselijke aspect te verdampen. Kunstmatige intelligentie neemt de rationele taken over, algoritmes beslissen welke berichten we lezen, zelfscankassa’s vervangen de kassamedewerker, chatbots voeren de gesprekken die ooit persoonlijk waren. En toch… toch hunkeren mensen naar echt contact, naar oprechte aandacht, naar het gevoel dat ze gezien en gehoord worden.
De Minister van Gastvrijheid zou als tegenkracht dienen in deze hyperrationele wereld. Niet om vooruitgang tegen te houden, maar om ervoor te zorgen dat vooruitgang ook menselijk blijft. Om te bewaken dat innovatie niet ten koste gaat van menselijke interactie, dat digitalisering niet leidt tot vervreemding en dat efficiëntie niet betekent dat de menselijke maat verdwijnt.
Een cultuur van gastvrijheid
Het werk van een Minister van Gastvrijheid zou niet stoppen bij mooie woorden en inspirerende toespraken. Het zou gaan over concrete veranderingen:
- Onderwijs waarin gastvrijheid en empathie net zo belangrijk worden als wiskunde en taal;
- Bedrijfsleven waarin gastvrij leiderschap wordt gestimuleerd en klantgericht denken wordt verrijkt met oprechte verbinding;
- Zorg en welzijn waar patiënten geen nummers zijn, maar gasten die warme aandacht verdienen;
- Overheidsinstellingen waar procedures niet onpersoonlijk en kil zijn, maar gericht op menselijke waardigheid en respect.
Samen een gastvrij Nederland
Misschien is het nog een utopie. Misschien zal er nooit een Minister van Gastvrijheid in het kabinet zitten. Maar wat als we allemaal een beetje van die rol op ons nemen? Wat als we zelf bewindspersonen worden van onze eigen omgeving, in onze bedrijven, in onze families, in onze straten?
De toekomst is niet alleen digitaal. De toekomst is wat wij ervan maken. En als wij ervoor kiezen om een gastvrije samenleving te bouwen, waarin menselijkheid net zo belangrijk is als technologie, dan hebben we misschien niet eens een minister nodig. Dan is gastvrijheid niet iets wat van bovenaf geregeld moet worden, maar iets wat we samen vormgeven.
Maar mocht het kabinet toch een vacature openstellen… dan weet ik al wie ik zou voordragen.